Aan de spoorwegdijk van de nachttrein Boedapest-Berlijn worden twee doden gevonden. Naast hen liggen tomatenblikjes gevuld met heroïne. Douane-commissaris Peter Zinn gaat undercover als Mitropa-kelner, een ober die dienst doet op internationale treinen. In het Berlijnse Lindenhotel wordt hij aangesproken door twee Fransen, in verband met de smokkel van verdovende middelen. De heroïne zal van Hongarije en Joegoslavië naar Wenen gebracht worden. Peter Zinn raakt al dieper verwikkeld in een gevaarlijk spel.